boekenrij voor header

AMSTEL en IJ - HUISARTSEN

DUNNE DARM

De dunne darm is een essentieel onderdeel van het spijsverteringsstelsel en speelt een centrale rol bij de opname van voedingsstoffen. Hij bestaat uit drie delen: het duodenum, jejunum en ileum. Hier worden vetten, eiwitten en koolhydraten verder afgebroken en opgenomen in het bloed. De darmwand bevat talloze plooien en villi voor maximale opname. Een gezonde dunne darm is cruciaal voor een goede spijsvertering, energiehuishouding en algemene gezondheid. Ontdek hoe dit orgaan precies werkt.

De dunne darm is ongeveer 5 tot 7 meter lang en ligt opgerold in de buikholte, tussen de maag en de dikke darm. Hij is ongeveer 2,5 tot 3 cm in doorsnede, maar dat varieert per segment. De darm ligt strak verpakt in vele windingen en wordt op zijn plaats gehouden door het buikvlies (mesenterium).


De opbouw en functie van de dunne darm zijn bij mannen en vrouwen vrijwel identiek. Wel kunnen vrouwen gevoeliger zijn voor bepaalde darmklachten, onder andere door hormonale schommelingen (zoals tijdens de menstruatie of zwangerschap), die invloed kunnen hebben op de darmbeweging en gevoeligheid.

De dunne darm bestaat uit drie hoofdonderdelen:

  • Duodenum (twaalfvingerige darm): ontvangt gal en alvleeskliersappen; start de echte vertering.
  • Jejunum (nuchtere darm): neemt vooral suikers, eiwitten, vitaminen en mineralen op.
  • Ileum (kronkeldarm): neemt vooral vetten, vitamine B12 en galzouten op.

De dunne darm is hét centrale orgaan voor de opname van voedingsstoffen uit onze voeding. Nadat voedsel in de maag is voorverteerd, komt het in de dunne darm terecht, waar het verder wordt afgebroken tot kleine deeltjes zoals suikers, vetzuren, aminozuren en vitaminen. Deze voedingsstoffen worden vervolgens via de darmwand opgenomen in het bloed, zodat het lichaam ze kan gebruiken voor energie, herstel en groei. De dunne darm werkt nauw samen met de alvleesklier, lever en galblaas.


  • Vertering: Door enzymen uit de alvleesklier en gal uit de galblaas worden vetten, eiwitten en koolhydraten verder afgebroken.
  • Opname: De darmwand bevat miljoenen kleine uitstulpingen (villi en microvilli), die zorgen voor een enorm groot oppervlak om voedingsstoffen efficiënt op te nemen.
  • Vochtregulatie: De dunne darm neemt ook een groot deel van het water uit de voeding op.
  • Immuunfunctie: In de darmwand zitten afweercellen die helpen bij het herkennen van ziekteverwekkers en het beschermen tegen infecties.

Aandoeningen aan de dunne darm kunnen verschillende symptomen veroorzaken, afhankelijk van de oorzaak en de ernst. Omdat de dunne darm verantwoordelijk is voor het opnemen van voedingsstoffen, leiden problemen vaak tot spijsverteringsklachten én tekorten aan vitaminen of mineralen.

  1. Buikklachten
    • Opgeblazen gevoel (opgeblazen buik)
    • Buikpijn of krampen, vaak na het eten
    • Winderigheid of borrelende darmen
    • Misselijkheid of braken
  2. Stoelgangproblemen
    • Diarree, soms waterdun of vettig (steatorroe)
    • Veranderde kleur of geur van de ontlasting
    • Obstipatie (bij sommige aandoeningen of verstoringen in de darmflora)
  3. Voedingsproblemen
    • Gewichtsverlies zonder duidelijke reden
    • Vermoeidheid door slechte opname van ijzer, vitamine B12 of andere nutriënten
    • Bloedarmoede
    • Tekorten aan vitaminen of mineralen (bijvoorbeeld calcium, zink, foliumzuur)
  4. Andere algemene klachten
    • Slechte eetlust
    • Zwakte of duizeligheid
    • Problemen met de huid (eczeem, jeuk)
    • Gewrichtsklachten (bij ontstekingsziekten zoals de ziekte van Crohn)

  • Ziekte van Crohn: een chronische ontstekingsziekte die delen van de dunne darm kan aantasten.
  • Coeliakie: een auto-immuunreactie op gluten, waarbij het slijmvlies van de dunne darm beschadigd raakt.
  • Lactose-intolerantie: het lichaam kan melksuiker niet goed afbreken, wat leidt tot klachten zoals buikpijn en winderigheid.
  • Bacteriële overgroei (SIBO): te veel bacteriën in de dunne darm kunnen spijsverteringsproblemen geven.
  • Darmobstructie: een blokkade die het transport van voedsel en vloeistof belemmert.
  • Dunne darmkanker (zelden, maar mogelijk)
  • Parasitaire infecties (zoals giardia)

  • De oppervlakte van de dunne darm (uitgevouwen) is zo groot als een tennisveld, door de talloze plooien, villi en microvilli.
  • De dunne darm communiceert voortdurend met andere organen via zenuwbanen en hormonen.
  • De darmflora (goede bacteriën) speelt een ondersteunende rol in de spijsvertering en weerstand.
  • De overgang van de dunne naar de dikke darm wordt bewaakt door een klep (de klep van Bauhin) die terugstromen van ontlasting voorkomt.


Synonyms:
dunne darm, intestinum tenue, kleine darm, duodenum, jejunum, ileum

Let op: Het is altijd raadzaam om rechtstreeks advies in te winnen bij medische professionals, zoals uw huisarts voor specifieke vragen of zorgen met betrekking tot uw eigen gezondheid en medische situatie.