📌 1. Inleiding – Wat zijn gewrichten?
Inhoudsopgave
ToggleEen gewricht is de plek waar twee of meer botten met elkaar verbonden zijn. Dankzij gewrichten kunnen we bewegen: lopen, bukken, iets optillen of simpelweg onze arm buigen. Zonder gewrichten zou ons skelet stijf en onbeweeglijk zijn.
Er bestaan verschillende typen gewrichten, elk met hun eigen vorm en functie. Denk aan het kogelgewricht van de schouder, waarmee je grote draaibewegingen kunt maken, of het scharniergewricht in de knie, dat vooral voorwaarts en achterwaarts beweegt. Gewrichten worden gestabiliseerd door structuren zoals kraakbeen, gewrichtsbanden, pezen en een gewrichtskapsel. Deze onderdelen zorgen voor bescherming, stevigheid en soepelheid.
Wanneer er iets mis is in of rondom een gewricht — zoals slijtage, overbelasting of een ontsteking — kan dat leiden tot pijn, stijfheid of bewegingsbeperking. Veelvoorkomende gewrichtsklachten zijn bijvoorbeeld kniepijn, schouderproblemen of artrose van de heup.
👉 Klik hieronder op een specifiek gewricht of bekijk via de Pijnwijzer welke klachten kunnen ontstaan per lichaamsregio.
🦴 2. Anatomische uitleg per gewrichtstype
DE NEK

Je nek is het bovenste deel van je wervelkolom en heeft een belangrijke taak: het dragen en bewegen van je hoofd. Dat hoofd weegt al snel 4 tot 6 kilo – vergelijkbaar met een bowlingbal. Dankzij je nek kun je om je heen kijken, knikken, schudden en reageren op alles wat er om je heen gebeurt.
Hoe is de nek opgebouwd?
De nek bestaat uit 7 nekwervels (C1 t/m C7), samen vormen ze de cervicale wervelkolom.
- De bovenste wervels (C1 en C2) maken kijken en draaien van het hoofd mogelijk.
- De onderste wervels verbinden de nek met de borstwervelkolom.
Tussen elke wervel ligt een tussenwervelschijf – deze werkt als een schokdemper en maakt beweging mogelijk. Door openingen tussen de wervels lopen zenuwen naar je armen, handen en vingers.
Belangrijke structuren in de nek:
- Wervels en tussenwervelschijven
- Spieren: zorgen voor beweging en stabiliteit
- Ligamenten (banden): houden alles op zijn plaats
- Zenuwen: geven gevoel en kracht aan armen en handen
Veelvoorkomende klachten:
- Spanningshoofdpijn of nekspanning bij stress of houding
- Stijve nek door overbelasting of kou
- Nekhernia – druk op zenuw die uitstraalt naar arm of hand
- Whiplash na een plotselinge beweging, bv. bij een botsing
SCHOUDERGEWRICHT
Wat is het schoudergewricht precies?
De schouder bestaat niet uit één bot of één beweging, maar uit een complex samenspel van botten, spieren, pezen en gewrichtsbanden. Het belangrijkste onderdeel is het kogelgewricht tussen je bovenarmbot (humerus) en je schouderblad (scapula).
Denk aan een golfbal (de bovenarm) die op een klein, ondiep schaaltje ligt (de kom van het schouderblad). Omdat die kom klein is, kun je je arm alle kanten op bewegen. Maar: dat maakt de schouder ook gevoeliger voor blessures en instabiliteit.
De belangrijkste onderdelen:
- Bovenarmbot (humerus) – vormt de “kop” van het gewricht.
- Schouderblad (scapula) – bevat de kom waarin de kop draait.
- Sleutelbeen (clavicula) – verbindt je schouder met je borstkas.
- Kapsel en banden – houden het gewricht op z’n plek.
- Slijmbeurzen (bursae) – zorgen dat alles soepel langs elkaar glijdt.
- Pezen en spieren – vooral de rotator cuff-spieren zorgen voor kracht en stabiliteit.
Wat kan er misgaan?
Doordat het schoudergewricht zo beweeglijk is, is het gevoelig voor:
- Slijtage (artrose)
- Slijmbeursontsteking (bursitis)
- Peesirritatie of scheurtjes
- Instabiliteit of een ‘uit de kom’ schietende schouder
Waarom is een goede samenwerking belangrijk?
De schouder werkt samen met je nek, bovenrug en schouderblad. Als één onderdeel niet goed meedoet, kun je pijn, stijfheid of krachtsverlies ervaren. Denk bijvoorbeeld aan schouderpijn bij het slapen, tillen of boven het hoofd reiken.
👉 Op onze site vind je per aandoening en klacht een duidelijk overzicht van oorzaken, symptomen en wat je eraan kunt doen.
Hoe zit de rug in elkaar?
De rug bestaat uit 3 gedeelten:
- Borstwervels (thoracale wervels, T1 t/m T12)
- Verbonden met je ribben
- Minder beweeglijk, maar wel sterk
- Lendenwervels (lumbale wervels, L1 t/m L5)
- Draagkrachtig: vangen het meeste gewicht op
- Veel beweging mogelijk (bijv. buigen en draaien)
- Heiligbeen (sacrum) en staartbeen (coccyx)
- Verbinden je wervelkolom met het bekken
Tussen de wervels liggen tussenwervelschijven voor demping en soepelheid. Door de wervelkolom loopt het ruggenmerg, met zenuwen naar je organen, benen en voeten.
Wat zorgt voor stabiliteit en beweging?
- Diepe rugspieren houden je wervelkolom stabiel
- Oppervlakkige rugspieren maken beweging mogelijk
- Bandstructuren zorgen voor stevigheid
- Zenuwen geven gevoel en controle aan de onderkant van je lichaam
Veelvoorkomende rugklachten:
- Spit (lumbago) – plotselinge, scherpe rugpijn
- Hernia – uitpuilende tussenwervelschijf drukt op zenuw
- Chronische lage rugpijn – vaak door houding of overbelasting
- SI-gewrichtspijn – vaak verward met rugpijn

De borstkas (ook wel thorax genoemd) is het stevige en toch soepele koepelvormige deel van je bovenlichaam dat je hart en longen omsluit. Hij vormt een soort pantser – niet van staal, maar van botten en kraakbeen – dat tegelijk beschermt en meebeweegt.
🧱 Waaruit bestaat de borstkas?
Je borstkas is opgebouwd uit:
- 12 ribbenparen (links en rechts)
- Het borstbeen (sternum) in het midden vooraan
- 12 borstwervels (wervelkolom) aan de achterkant
Samen vormen die een harde, maar veerkrachtige kooi.
🔗 Hoe zitten de onderdelen aan elkaar?
Elke rib is op twee manieren verbonden:
- Achter met de wervels van je rug via kleine gewrichtjes (costovertebrale gewrichten)
- Voor met het borstbeen via kraakbeen (de sternocostale verbindingen)
Bij sommige ribben (de onderste) eindigt het kraakbeen vóór het borstbeen. Die ribben worden daarom “zwevende ribben” genoemd – maar ze zijn gewoon stevig ingebed in spieren.
🌬️ Wat doet de borstkas?
De borstkas heeft drie hoofdtaken:
- Beschermen van belangrijke organen
Je hart, longen, grote bloedvaten en delen van de slokdarm en luchtpijp liggen veilig binnen deze structuur. - Ondersteunen van de ademhaling
Je ribben kunnen licht omhoog en naar buiten bewegen bij het inademen – als een soort heffende emmer. Daardoor wordt de borstholte groter en kunnen je longen zich vullen met lucht. - Geven van vorm en houding
De borstkas bepaalt voor een groot deel de vorm van je bovenlichaam en is belangrijk voor een rechte, stabiele houding.
🧠 Wat voel je als er iets mis is?
- Pijn bij ademhalen? → kan komen door irritatie van de ribgewrichten of tussenribspieren
- Drukkend gevoel voorop de borst? → kan vanuit de gewrichten, spieren of zelfs kraakbeen komen
- Rib gebroken? → meestal na een val of flinke stoot, pijnlijk bij elke ademhaling
🩻 Wist je dat…
- Je borstkas beweegt zo’n 20.000 keer per dag mee met je ademhaling
- De verbindingen tussen rib en borstbeen zijn deels kraakbenig – daardoor blijft de borstkas flexibel
- Bij baby’s is de borstkas nog extra soepel; bij ouderen kan hij wat stijver worden
Hoe ziet het bekken eruit?
Het bekken bestaat uit drie grote botstukken:
- Twee heupbeenderen (links en rechts)
- Het heiligbeen in het midden (onderdeel van de wervelkolom)
Deze drie delen vormen samen een soort kom, waarin organen zoals de blaas, darmen en bij vrouwen ook de baarmoeder liggen. Aan de achterkant zitten de SI-gewrichten (sacro-iliacale gewrichten), waar het heiligbeen contact maakt met de heupbeenderen.
🔍 Wat is het verschil tussen het bekken van mannen en vrouwen?
Het bekken is een belangrijk deel van het skelet dat de onderrug verbindt met de benen. Het ondersteunt organen in de buik en speelt een rol bij beweging, houding én – bij vrouwen – de bevalling.
Er zijn duidelijke verschillen tussen het bekken van een man en dat van een vrouw:
🧑🤝🧑 1. Vorm
- Het vrouwenbekken is meestal breder en ronder. Dat komt omdat het lichaam voorbereid is op een eventuele bevalling.
- Het mannenbekken is smaller en hoger. Dat zorgt voor meer stabiliteit en kracht bij lopen of tillen.
🚼 2. Bekkenopening
- Bij vrouwen is de opening in het bekken groter en meer ovaal van vorm. Dit is belangrijk zodat er ruimte is voor een baby om geboren te worden.
- Bij mannen is die opening kleiner en hartvormig.
🦴 3. Heupstand en beenpositie
- Omdat het bekken van vrouwen breder is, staan de heupen en benen vaak iets naar binnen gericht. Dit heet de “Q-hoek” en kan invloed hebben op de knieën of voeten.
- Bij mannen is deze hoek kleiner, waardoor de benen meestal rechter onder het lichaam staan.
🩺 Waarom is dit belangrijk?
Deze verschillen kunnen invloed hebben op:
- Rug- of bekkenklachten
- Stabiliteit tijdens sport of lopen
- Zwangerschap en bevalling bij vrouwen
Kortom: het bekken is bij iedereen belangrijk, maar de bouw past zich aan de functie aan, en bij vrouwen betekent dat méér ruimte en flexibiliteit.
Wat doet het bekken?
- Ondersteunt je romp en organen
- Verdraagt krachten bij staan, lopen en springen
- Verbindt de rug met de benen
- Beweegt een beetje, vooral bij lopen en bukken
Veelvoorkomende klachten:
- SI-gewrichtspijn (bijvoorbeeld tijdens zwangerschap of bij asymmetrie)
- Bekkeninstabiliteit
- Pijn na een val of overbelasting
🔍 Hoe ziet het eruit?
Je kunt het heupgewricht zien als een soort kogelgewricht:
- De “kop” is de ronde bovenkant van je dijbeen (femur).
- De “kom” zit in je bekken en heet het acetabulum.
Doordat de kop mooi in de kom past, kun je je been in meerdere richtingen bewegen: naar voren, achteren, zijwaarts en draaien. Tegelijk is het gewricht erg stevig, zodat je veilig kunt staan en bewegen zonder dat het makkelijk uit de kom schiet.
🛡️ Steun en bescherming
Het heupgewricht is omgeven door:
- Sterke gewrichtsbanden (ligamenten) die de kop en kom stevig op hun plek houden.
- Kraakbeen, een glad laagje op het bot, dat zorgt voor schokdemping en soepele beweging.
- Een soort “smeervloeistof” (gewrichtsvloeistof) in het gewricht, die werkt als olie in een scharnier.
- En grote, sterke spieren rondom het gewricht — zoals de bilspieren — die zorgen voor kracht en stabiliteit.
👩⚕️ Verschillen tussen mensen
Bij vrouwen is de vorm van het bekken en heupgewricht iets anders dan bij mannen. Het bekken is breder, wat invloed heeft op de hoek van het dijbeen. Dit kan soms meespelen bij heupklachten, vooral bij sport of langdurige belasting.
💥 Wanneer het heupgewricht problemen geeft
Omdat het heupgewricht zoveel gebruikt wordt, kan het slijtage (artrose) ontwikkelen, vooral op latere leeftijd. Ook zijn er soms klachten bij overbelasting, sportletsel, of na een val.
Typische klachten bij heupproblemen zijn:
- Pijn in de lies of bil.
- Moeite met traplopen of langdurig staan.
- Stijfheid bij opstaan uit een stoel of uit bed.
🧩 Samenvatting
Het heupgewricht is een krachtige scharnier tussen been en bekken, die ons soepel laat bewegen én stevig laat staan. Door zijn diepe ligging en stevige bouw is het meestal goed beschermd — maar bij slijtage, overbelasting of een afwijkende bouw kan het wel voor klachten zorgen.
DE ELLEBOOG
Hoe zit de elleboog in elkaar?
Je elleboog verbindt je bovenarm met je onderarm. Het gewricht bestaat uit drie botten die samen een stevige, maar toch beweeglijke verbinding vormen:
- Bovenarmbot (humerus)
- Spaakbeen (radius)
- Ellepijp (ulna)
Deze botten vormen samen twee gewrichtsdelen:
- Een scharniergewricht, waarmee je je arm kunt buigen en strekken.
- Een draai- of rolgewricht, dat ervoor zorgt dat je je hand kunt omdraaien (zoals bij iets open- of dichtdraaien).
Welke structuren houden het stabiel?
Rondom de elleboog zitten belangrijke spieren, pezen, banden en slijmbeurzen:
- Spieren zorgen voor kracht (zoals de biceps en triceps).
- Pezen verbinden spieren met bot.
- Gewrichtsbanden (ligamenten) geven stevigheid en voorkomen dat het gewricht “doorzakt”.
- Slijmbeurzen zorgen dat alles soepel beweegt en niet tegen elkaar schuurt.
Veelvoorkomende klachten:
De elleboog kan door herhaalde belasting of plotselinge kracht overbelast raken. Bekende aandoeningen zijn:
- Tenniselleboog (peesirritatie aan de buitenzijde)
- Golferselleboog (peesirritatie aan de binnenzijde)
- Slijmbeursontsteking (bursitis)
- Artrose of stijfheid na breuken of overbelasting
Waarom is de elleboog zo belangrijk?
Zonder een goed werkende elleboog kun je je hand en pols veel minder gebruiken. Bij klachten aan de elleboog merk je vaak dat tillen, draaien, iets vasthouden of je jas aantrekken pijnlijk of moeilijk wordt.
👉 Op onze site lees je per klacht wat de oorzaak kan zijn, wat je eraan kunt doen en wanneer je contact moet opnemen met een arts of therapeut.
HET POLSGEWRICHT
Je pols is een van de meest beweeglijke én gevoelige gewrichten van je lichaam. Je gebruikt ‘m constant: bij typen, schrijven, iets vastpakken, tillen, draaien en zelfs bij het aan- of uitdoen van je jas. Het is dus niet verrassend dat de pols snel overbelast kan raken.
Wat is het polsgewricht precies?
De pols is geen enkelvoudig gewricht, maar een complex geheel van botjes, banden en pezen die samen zorgen voor soepel en precies bewegen.
Het polsgewricht verbindt je onderarm met je hand. De belangrijkste botten die betrokken zijn:
- Spaakbeen (radius) – grootste bot van de onderarm, verbonden met de hand.
- Ellepijp (ulna) – kleinere onderarmbot, vooral betrokken bij draaibewegingen.
- Handwortelbeentjes (carpalia) – 8 kleine botjes in twee rijen, die samen het ‘blokje’ vormen waar de pols op beweegt.
Wat kan de pols allemaal?
De pols maakt een verrassend groot aantal bewegingen mogelijk:
- Buigen en strekken (zoals bij duwen en trekken)
- Zijwaarts bewegen (naar de pink- of duimzijde)
- Draaien van de hand (zoals bij het openen van een pot of het omdraaien van je hand)
Deze bewegingen verlopen via verschillende kleine gewrichtjes die samen als één geheel functioneren.
Wat houdt de pols stabiel?
- Ligamenten (gewrichtsbanden): houden de botjes bij elkaar en zorgen voor stevigheid.
- Pezen: verbinden de spieren van je onderarm met je hand en vingers.
- Slijmbeurzen: zorgen voor soepele beweging zonder wrijving.
- Peesscheden: beschermende hulzen rond de pezen, vooral aan de buigzijde van de pols.
Veelvoorkomende klachten aan de pols
De pols is gevoelig voor zowel overbelasting als acute letsels.
Veelvoorkomende problemen zijn:
- Peesschede-ontsteking (zoals bij overmatig typen of werk met de hand)
- Carpaletunnelsyndroom (beknelling van een zenuw)
- Slijtage (artrose) – vaak na eerder letsel
- Breuken of kneuzingen – bijvoorbeeld na een val op de hand
Waarom is de pols zo belangrijk?
De pols is de brug tussen je arm en je hand. Bij polsklachten merk je vaak dat fijne motoriek, kracht of uithoudingsvermogen direct minder wordt. Denk aan moeite met een koffiekopje vasthouden, schrijven, draaien of een zware boodschappentas tillen.
👉 In ons overzicht lees je meer over specifieke aandoeningen, oorzaken, behandelmogelijkheden en wat je zelf kunt doen bij polsklachten.
DE KNIE
🔗 Wat verbindt de knie precies?
De knie vormt de overgang tussen:
- Het dijbeen (femur) – het grote bot van je bovenbeen.
- Het scheenbeen (tibia) – het stevige bot aan de voorkant van je onderbeen.
- En ook het knieschijfje (patella) – dat over het gewricht glijdt en helpt bij het strekken van de knie.
Deze onderdelen vormen samen een krachtige schakel die soepel moet kunnen bewegen, maar ook stevig genoeg is om het lichaamsgewicht te dragen en op te vangen bij bijvoorbeeld springen of rennen.
🛡️ Hoe blijft de knie stabiel?
Omdat de knie als scharnier veel krachten moet opvangen, is hij goed beschermd en gestabiliseerd door:
- Kraakbeen: dit zorgt voor een glad oppervlak en schokdemping.
- Meniscus: twee halve maanvormige stukjes kraakbeen tussen boven- en onderbeen, die zorgen voor evenwichtige drukverdeling.
- Kruisbanden en zijbanden: stevige banden die zorgen dat je knie niet “wegdraait” of omklapt.
- Spieren en pezen: vooral de bovenbeenspieren (zoals de quadriceps en hamstrings) helpen bij het buigen en strekken van de knie.
🔄 Wat doet de knie?
De knie is in de basis een scharniergewricht, maar het kan iets meer dan alleen buigen en strekken:
- Buigen (zoals bij hurken of zitten)
- Strekken (zoals bij lopen of staan)
- Een beetje draaien, vooral als de knie gebogen is (belangrijk bij sport en draaien).
💥 Veelvoorkomende klachten
Omdat de knie zoveel gebruikt wordt én kwetsbaar is bij draaien of stoten, komen knieklachten regelmatig voor:
- Slijtage (artrose), vooral bij ouderdom of overbelasting
- Meniscusletsel, vaak bij een draaibeweging
- Kruisband- of bandletsel, meestal bij sport
- Pijn bij traplopen, fietsen of langdurig zitten (bijv. door een geïrriteerde knieschijf)
🧩 Samenvattend
De knie is een sterke maar beweeglijke schakel tussen het boven- en onderbeen. Hij vangt dagelijks veel krachten op, helpt je in beweging én zorgt voor stabiliteit. Juist omdat de knie zo’n centrale rol speelt, kunnen kleine problemen al snel invloed hebben op hoe je loopt of beweegt.
DE ENKEL

De enkel is een compact maar krachtig gewricht. Het vormt de verbinding tussen je onderbeen en je voet en speelt een onmisbare rol in bijna elke stap die je zet. Lopen, rennen, staan, traplopen of balanceren — het begint allemaal bij de enkel.
🔗 Wat verbindt de enkel precies?
De enkel vormt de overgang tussen:
- De twee botten van je onderbeen:
- Het scheenbeen (tibia) – draagt het meeste lichaamsgewicht.
- Het kuitbeen (fibula) – helpt mee aan de stabiliteit.
- En het eerste bot van de voet:
- Het sprongbeen (talus) – een klein maar sterk bot waarop je onderbeen rust.
Deze botten vormen samen het bovenste spronggewricht, het belangrijkste deel van de enkel dat zorgt voor buigen en strekken van de voet.
Daarnaast zijn er ook:
- Het onderste spronggewricht – tussen het sprongbeen en het hielbeen – dat helpt bij zijwaartse bewegingen van de voet.
🔄 Wat doet de enkel?
De enkel werkt als een soepel scharnier:
- Buigen (voet omlaag) – bijvoorbeeld bij op de tenen staan of gas geven.
- Strekken (voet omhoog) – bijvoorbeeld bij lopen of hakken van de grond tillen.
- Zijwaarts bewegen en draaien – dit gebeurt vooral in combinatie met andere voetgewrichten, handig bij ongelijk terrein of draaien tijdens het sporten.
🛡️ Hoe blijft de enkel stevig?
Hoewel de enkel veel beweegt, is hij stevig gebouwd:
- Sterke gewrichtsbanden (enkelbanden) aan binnen- en buitenzijde houden het gewricht stabiel.
- Kraakbeen tussen de botten zorgt voor demping en een soepele beweging.
- Pezen en spieren uit het onderbeen lopen over de enkel naar de voet en sturen de bewegingen aan — bijvoorbeeld bij stappen, springen of afzetten.
💥 Veelvoorkomende enkelproblemen
Omdat de enkel zoveel beweegt én ons gewicht draagt, is hij kwetsbaar bij:
- Verstuikingen – vaak door het “omslaan” van de enkel.
- Instabiliteit – bijvoorbeeld na herhaalde verzwikkingen.
- Slijtage (artrose) – zeldzamer dan in de knie, maar wel mogelijk na letsel.
- Peesklachten – zoals bij de achillespees of de pezen aan de binnenzijde van de enkel.
🧩 Samenvattend
De enkel is een krachtige en flexibele schakel tussen onderbeen en voet. Hij maakt onze bewegingen mogelijk én vangt tegelijkertijd grote krachten op bij staan, lopen en sporten. Door die dubbele functie is het belangrijk dat de enkel goed functioneert én stevig ondersteund wordt.
📊 3. Veelvoorkomende gewrichtsaandoeningen
Veelvoorkomende gewrichtsaandoeningen
Aandoening | Gewricht | Symptomen | Meer info |
---|---|---|---|
Artrose | Knie, Heup | Startstijfheid, kraken, bewegingsbeperking | Kniepijn bij artrose |
Artritis | Hand, Pols | Zwelling, roodheid, warm gewricht | Handklachten bij artritis |
Slijmbeursontsteking | Schouder | Pijn bij bewegen of heffen van de arm | Schouderpijn uitleg |